Ter gelegenheid van de viering van het duizendjarig bestaan van het koninkrijk Hongarije in 1896 werd, met geld dat werd gedoneerd door de Nationale Studenten Asociatie, een herdenkingsmonument van de 7 hoofdmannen gebouwd . De fundering van dit monument vond plaats in 1896. De obelisk staat op de hoogste van de 7 heuvels, met op de top een 1.4 meter hoge turul-vogel, het totemdier van de Hongaren.

Het gedenkteken werd, gepaard met een grote viering, in 1900 onthuld en staat er sindsdien als herdenking van de 7 hoofdmannen op de 10 meter hoge en 36 meter brede Árpádheuvel.

De zijkanten van de obelisk zijn gedecoreerd door bronzen reliëfs, die de gezichten van de zeven hoofdmannen uitbeelden. Het ontwerp kwam van de kunstleraar Imre Pataki. De obelisk werd gemaakt in de werkplaats van Gerendai en zoon, de reliëfs komen uit de werkplaats van de artiest in Budapest.

Tegelijkertijd verrees in het Nationale Herdenkingspark het Árpádmonument, ontworpen in klassieke stijl door de architect Gyula Berczik en de beeldhouwer Ede Kallós. Erbovenop staat Árpád, de man die de Hongaren naar het Karpatenbekken bracht.

Sindsdien komen mensen uit de streek hier op 20 augustus, de dag van Szent István, met tienduizenden bijeen om zich plechtig op hun Hongaar-zijn te bezinnen.
De jaarlijkse herdenking is alleen in de jaren ’50 onderbroken geweest. De communistische partij van toen stond op het standpunt dat er weinig reden was voor trots op het Hongaar-zijn. Om die reden werd 20 augustus tot dag van de grondwet gebombardeerd, de nationale feestdag van het nieuwe socialistische Hongarije.

Na 1956 werd de jaarlijkse herdenking hier weer hervat, maar nu als een soort socialistische dankdag voor gewas en arbeid, het ‘feest van het nieuwe brood’, wat ook de titel is van het bronzen reliëf bij de ingang van het park.

In 1997-98 is het beeld opnieuw gemodelleerd door de beeldhouwer Károly Buzár en vormt het de achtergrond bij nationale vieringen, cerenomiën en andere evenementen die in het park plaatsvinden. Het traditionele volksfestival van het dorp Ópusztaszer, dat voorheen op de 1e zondag van september plaatsvond, is naar dit monument vernoemd en heet het "szobori búcsú" (standbeeld feest).

Interessante bijkomstigheid is dat de drie kleine varens die in het kalksteen groeien ook voorkomen in de Verecke Pass; de route waarlangs de Hongaren voor het eerst door het Karpatengebergte in het Karpatenbekken trokken.

Na 1989 kreeg het park er weer een monument bij, dit keer gewijd aan alle soldaten, die sinds 896 voor het vaderland zijn gevallen. Het monument vermeldt (niet alle) veldslagen waar dat gebeurd is.